Pompen

Botermarkt
Iets voorbij het vroegere postkantoor (halverwege de Klinkerstraat rechts) lag aan de zuidkant van de Klinkerstraat de Botermarkt met zijn karakteristieke oude pomp.
Op het pleintje bevond zich tevens een stadsboerderij.
Markt
De pomp op de markt is een natuurstenen pomp en dateert uit het jaar 1798.

Hij is mooi versierd met Lodewijk XVI motieven. Bij de pomp bevinden zich drie visstenen.
Hier werd in vroegere jaren, in de schaduw van de Lindebomen, de vis, rechtstreeks afkomstig uit de Maas, schoongemaakt en verkocht. Verser kon het niet.
Grave kent diverse straten die met beroepen te maken hebben, t.w.:
de Vischerstraat (vanwege de vismarkt), de Rogstraat (de roggemarkt), de Oliestraat (vanwege geslagen raapolie).
Hertog Arnoud van Gelre bevestigt en bevordert de centrale positie van Grave door in 1456 naast de twee bestaande jaarmarkten er nog eens twee toe te kennen, met bijbehorend vrijgeleide voor wie naar de markt komt.
Nog tot halverwege de twintigste eeuw komen de inwoners van de omliggende dorpen voor de meeste inkopen naar Grave.
Petjesdag
Op ‘petjeszondag’, de zondag voor Pasen, trekt de bevolking uit de hele omgeving naar de Graafse hoeden- en pettenwinkels om met Pasen met een nieuw hoofddeksel te kunnen pronken.
Ambachten
Een grote variëteit aan ambachtslieden vindt in Grave een goede broodwinning, zowel bij de burgers als bij het militaire garnizoen. De scheer- of scharenmakers krijgen zelfs een naar hen genoemde straat: de Scheerestraat. De textielnijverheid is goed voor maar liefst drie (inmiddels verdwenen) straatnamen. Een manuscript uit 1835 noteert aan ‘fabrieken’ een katoendrukkerij, een fabriek van wollen stoffen, een jeneverstokerij, vier bier- en azijnbrouwerijen (onder meer die van de familie Walter, die daarnaast een wijnhandel drijft die van 1815-1971 in de familie is gebleven) een boekdrukkerij en een ‘kantewerk’, met bovendien een bloeiende bedrijfstak in edelsmeedkunst.
Rond 1920 werken daarin nog circa 40 Gravenaren.
Hamstraat
Naast deze bedrijven kent Grave een overvloed aan winkels. Een van de drukst bezochte straten is de Hamstraat, waar medio twintigste eeuw maar liefst 30 winkels hun waren aanbieden, waaronder 3 slagers, 3 kruideniers, 3 textielzaken, 2 bakkers, 2 melkboeren en 2 koperslagers. Het huidig winkelbestand is maar een flauwe afspiegeling van dit alles. De Hamstraat is nu eerst en vooral een woonstraat.
Een rijke bron van inkomsten vormt vanouds het caféwezen en de tapperijen. Vaak zijn het niet meer dan verbouwde huiskamers. Soldaten zijn er geziene gasten. Later komen er hotel-cafés, zoals hotel Klaassen (nadien Oranje Hotel) in de Brugstraat en De Poort van Cleve in de Klinkerstraat. Maar het bier wordt niet meer in Grave gebrouwen.
Bron: Beleef Historisch Grave