De Nederlandse landbouw is een succesverhaal met een hoge prijs. 
Jaarlijks voegen we €13,3 miljard toe aan economische waarde, maar veroorzaken €18,6 miljard 
aan maatschappelijke kosten voor bodem, water, natuur, klimaat en onze gezondheid.

Met The Hidden Bill leggen Robin Food Coalition en Transitiecoalitie Voedsel die verborgen rekening bloot. Het onderzoek, dat is uitgevoerd door Deloitte, laat zien dat verduurzaming niet alleen noodzakelijk is, maar ook loont: een landbouw die werkt binnen de draagkracht van de aarde, levert maatschappelijke én economische winst op.

Om die omslag te maken is meer nodig dan cijfers. We hebben nieuwe uitgangspunten nodig – principes die richting geven aan beleid, praktijk en samenwerking. Die principes vormen het Grondbeginsel:
 het fundament waarop we onze landbouw, ons beleid en onze toekomst bouwen.

Grondbeginsel: Van verborgen kosten naar gedeelde waarden. Lees meer …

In de Volkskrant van 8-2-24 stond een artikel over sectoren die we goed kunnen missen. De vleesindustrie levert nauwelijks baten op en laat de shit achter, de glastuinbouw idem dito en ‘de dozen’ in het landschap nemen ruimte in en verbruiken veel elektriciteit. Lees meer …

We worden gegijzeld, niet door ‘de Boeren’ maar door ‘Boeren’. Voor land-, tuinbouw en veehouderij gebruiken ze 2/3 van het Nederlandse grondgebied om daarmee 1,5% van ons bbp voor ons te verdienen. Daarnaast hebben ze er natuurlijk ook zelf een boterham aan.

Om ons van voedsel te voorzien is echt niet zoveel grond benodigd. Ze zijn met een sterke minderheid maar gijzelen de meerderheid van ons Nederlanders met hun tractoren. Ik zou zeggen: ‘In beslag nemen en verkopen’. Met dat geld kunnen we dan nog meer boeren uitkopen.

Daarnaast putten ze de grond uit en zorgen ze voor uitstoot van fijn- en stikstof – en diverse ziektekiemen – waarmee ziekten worden veroorzaakt. Met die ziektekosten schepen ze anderen op. Conclusie: onze boeren zijn een gedegen kostenpost.

Mijn verwachting is dat er zo’n 150.000 boeren en boerinnen zijn, t.w.: Er zijn zo’n 50.000 bedrijven, de vrouwen/mannen werken meestal mee en ik ga er dan maar even vanuit dat ze gemiddeld 1 knecht hebben. Dat is dus minder dan 1% van de bevolking.

Wordt ze dan de eerste vrouwelijke premier?

Het wordt zeer problematisch. Je kunt niet zonder haar en met haar kan het niet – Nederland van het slot halen.