Beleg van 1586
Willem van Oranje was pandheer over Grave namens Koning Filips II van Spanje. Tijdens de opstand van 1568 werd Willem van Oranje op de vlucht gejaagd en vervolgens vestigde zich een spaans garnizoen in Grave.
Sander Turck
In de ochtend van 27 april 1568 ligt er een schip in de nabijheid van de Maaspoort. Als de poort geopend wordt komen er opeens gewapende mannen uit het schip. Een legertje onder leiding van Sander Turck probeert de stad Grave namen Willem van Oranje te heroveren.
Als eerste wordt het klein kasteel aangevallen. De kastelein van het klein kasteel – Rentmeester Pluenis – wordt in zijn hand geschoten en zijn schatkist wordt geplunderd.
Spaanse bezetting
Echter al weer enkele dagen later komen er Spanjaarden, het legertje van Lubbert Torck slaat al snel op de vlucht. Hij was niet gekozen om zijn krijgservaring maar vanwege zijn adelijke afkomst.
Hij werd gevangen genomen en overgebracht naar Utrecht. Daar werden hij en zijn officieren in een krijgsraad op 27 juni ter dood veroordeeld.
Torck verklaarde in het Nederlands en het Frans dat hij onschuldig was aan verraad. Dat het gehuil van vrouwen en kinderen, het jammeren van de burgers hem angstig hadden gemaakt.
Op 28 juni werd hij naar het schavot gebracht en onthoofd. Hij werd slechts 35 jaar oud.
De Spaanse bezettingsmacht maakt zich weinig geliefd. In 1577 lukt het het stadsbestuur die Spaanse troepen te verjagen en viel Grave weer onder de Staatsen.
Parma
Er volgt dan een nieuwe belegering in 1586 door Spaanse troepen onder aanvoering van Alexander Farnese, hertog van Parma.
Op 12 mei kwam de prins van Parma persoonlijk naar Grave, hij had zich bij zijn leger gevoegd dat uit drieduizend Spanjaarden en vijfduizend man van allerlei nationaliteiten bestond.
Hij liet de belegering van Neuss onderbreken om zodoende zijn leger flink te kunnen versterken. Parma’s aanwezigheid was goed voor het moreel onder de soldaten. Aan de overkant van de Maas liet hij batterijen oprichten waarmee hij de stad liet bestoken met vierentwintig kanonnen en tweeduizend schoten.
Er werd een bres geschoten ter voorbereiding van een bestorming. De kerk, de toren en enkele huizen waren bij de beschietingen stuk geschoten.
Grave bleef onder Spaans bestuur tot 1602, waarna de Staatsen onder leiding van prins Maurits Grave belegeren.
In het museum van Grave is onderstaande pentekening van het beleg van Grave te zien: