Beleg van 1602
Na de verovering door Parma in 1586 bleef de stad onder Spaans bestuur tot 1602.
Prins Maurits
Prins Maurits van Nassau, de latere prins van Oranje (na het overlijden van diens halfbroer Philips-Willem) trok op om Grave terug te winnen.
Belegering
De belegering vond plaats vanuit drie richtingen aan. Maurits zelf lag met een deel van het leger langs de Maas ter hoogte van Gassel, in de buurt van Reek lagen troepen onder leiding van Graaf Willem van Nassau en bij Balgoy lag een leger onder leiding van de Engelsman sir Frances Vere.
Later nam Maurits’ halfbroer Frederik Hendrik graaf van Nassau – hij was slechts 18 jaar – het bevel over de troepen van de gewonde sir Francis Vere over.
Gezamenlijk lukt het hen de stad op 20 september 1602 te heroveren. Grave viel weer in staatse handen.
Grave protestants
Prins Maurits werd vervolgens de nieuwe pandheer van Grave en het Land van Cuijk. De overwinning van Maurits had tot gevolg dat Grave protestants werd. De geestelijken werden de stad uit gejaagd.
In 1629 gebeurde hetzelfde in Den Bosch. Het werd veroverd door Frederik Hendrik en eveneens protestants.
Zij trokken zich terug in Velp dat onder het Land van Ravestijn viel en waar godsdienstvrijheid heerste. Velp ontwikkelde zich vervolgens als een katholiek bolwerk.
Aan deze ontwikkeling danken we de Drie-eenheid in Velp. De katholieken van Grave werden van hieruit bediend.
Prinsenstal
De straatnaam ‘Prinsenstal’ is een herinnering aan die tijd. Op de oude ansichtkaart is de Oude Haven met brug te zien met links de prinsenstal. Hier werden paarden van de prinsen Maurits en Frederik Hendrik ondergebracht.
In de nieuwbouwplannen van dit gedeelte van Grave is weer een nieuwe prinsenstal opgenomen.
Hieronder een uitvergroting van een prent in bezit van het Rijksmuseum getekend door Lambert Cornelisz.: